Skip to main content

Speelbal

Het rinkelt en tinkelt in de verte, zij ontwaakt en 
spitst de oren, rilt, doet haren rijzen en haar hart 
koortsachtig vooruit hollen, tot ze ontwaart wat haar 
zo abrupt heeft gewekt, een slag doet haar tollen.

Ze zitten er al weken, ineengedoken op diezelfde verkozen 
plek, terwijl het aaneengeregen regent, hun veren bijkans 
verflensen. Er valt niets te verwensen. Zij zullen de eeuwenoude
elementen trotseren om voort te leven in een volgend geslacht.

Ze speelt met hun leven, graait en zwiept ze hoog op, vangt
ze weer. Noem het oer of intuïtie, moordzucht. Ze is zich er 
niet van bewust. Tot ik de deur dreunend open gooi, zij vluchten, 
met dikke staart, gehavend pak. Ik raap haar op, streel haar,

haar nek en ik 
gebroken

 

 

Conny Lahnstein

07 april 2021