Voor Alja Spaan
Spijt is geen deel van mij, dan alleen als
iets wat ik niet wil hebben, zei ze. Ik ben
zoals ik ben, niet anders dan dat. Jij en ik
praten spaarzaam over onze schaamteloze
inzichten. Dragen onze zware mantel licht
en voornaam, ontelbare keren gewassen in
onvoorwaardelijke tranen, tot het verteerde
inzicht ons scherp voor ogen komt,
de zakken vol.
In dit repeterende circus zijn wij briljant,
beaam ik. Wij staan op na elke vrije val.
Incasseren Sluiten de deur van verwijt en
raken alles behalve onszelf kwijt. Het vuur
aan de schenen, de blik verwachtingsvol
op vooruit
Conny Lahnstein