Voor mijn lief.
Dozen gevuld met herinneringen
in duizenden woorden inkt, foto’s
vergeeld en krom getrokken tot
vergeten wezens, wezenloos tussen
doosjes in doosjes vol kleinoden,
verheven tot tijdloze schatten.
Daarin de vogels, verteerd en verweerd,
de oude speelgoed viool in navenant
geravelde kist. Ik wist de rituelen
handen, maar onbeschermd, kaal
en kwetsbaar broos. De haast liet
mij begaan, de doos gesloten tot
aan het andere huis, op die andere
plek. Ondanks, de vingers gebroken,
het wit van aarde verbrokkeld. Van
hun voetstuk ontbonden, de palm
verminkt. Ik heb ze teder verbonden,
in zwart gedoopt tot nieuw leven
door jouw gewekte ogen.
Conny Lahnstein