Hij verschuift tijd van de ene naar
de andere voet, begeeft zich op
de snijlijn van het vergeten. Een
zuchtje wind is al voldoende om
hem van de wijs te brengen, te
stagneren. Voor even maar, want
het tikt altijd naar later.
De toetsen kleuren woorden, zijn
brein rakelt fenomenale zinnen.
Verblijft tussen werelden waarvan
wij niet weten, zijn ogen naar
binnen. Hij raakt aan eeuwige
zinnen, bestiert de uren en ment
ze tot poëtische klanken.
De frisse ochtend klimt vroeg door
het geopende raam. Vogelzang
benadrukt de zweem van het
blauwe gordijn, bedekt jouw
slapende wangen. Je onrustige
nacht ingelost voor kinderlijk
slapen. Ontvankelijk voor dromen.
Hij liet het beschreven blad,
wetend dat ik haar
zou vinden.
Conny Lahnstein