Mijn hoofd liep over vannacht, rakelde
onophoudelijk vreemde woorden
op. Door de zon van gisteren, zeg je.
Zal zij daar ook last van hebben,
die vrouw op het perron met
haar geblindeerde ogen?
Elke ochtend vroeg passeer ik
haar, houdt snerpende herrie stil
aan onze voeten, sissen deuren.
Hoofden schrikken op bij het
uitvallen van kunstlicht, mompelen
wat in donkere taal.
Uiteindelijk wachten zij in rijen
een uitweg. Druppelen als zwarte
rivieren naar zee zodra het sein
wordt vrijgegeven.
Conny Lahnstein
Haarlemse Dichtlijn, thema: De zon van gisteren.